Natuurwijnen versus biologische wijn

 

Wijn die op een zo natuurlijk mogelijke manier gemaakt wordt heet natuurwijn, ook wel vin naturel of vin nature genoemd. Klinkt logisch toch? Het bijzondere aan natuurwijn is dat deze wijnen zijn gemaakt met zo min mogelijk ingrepen van de wijnmaker. Dus bijvoorbeeld geen toegevoegde gisten of het gebruik van nieuwe eikenhouten vaten voor meer smaak. Ook bevatten deze wijnen géén tot zo weinig mogelijk toegevoegd sulfiet. 

 

HOE IS NATUURWIJN ONTSTAAN?

 

Vin naturel is ontstaan in de jaren 80 van de vorige eeuw. Er ontstond een tegenbeweging tegen de groei van industrieel gemaakte wijnen. Wijnen gingen steeds meer op elkaar lijken. Sommige wijnmakers wilden graag de eigenheid van de streek of de druif zoveel mogelijk naar voren laten komen door de wijnbereiding zoveel mogelijk z'n eigen gang te laten gaan. Als je druiven kneust en laat vergisten krijg je tenslotte gewoon wijn! Daar heb je eigenlijk weinig hulpmiddelen bij nodig: geen toegevoegde gisten, zo min mogelijk temperatuur controle en geen rijping op nieuwe eikenhouten vaten. Ook het conserveringsmiddel sulfiet wordt tot een minimum beperkt.

 

 

DE REGELS RONDOM NATUURWIJN

 

De benaming vin naturel is echter niet beschermd en er bestaat geen officiële of wettelijke definitie van vin naturel. Er zijn dus ook geen organisaties die kunnen verklaren dat wijn een ‘vin naturel’ is, er is ook geen certificering. Met als gevolg dat er vanuit wijnmakers verschillende interpretaties zijn voor vin naturel. Het belangrijkste verschil hierbij is, is dat de één wel een minimale hoeveelheid sulfiet toevoegt voor de houdbaarheid en de ander niet.  

Er zijn wel onofficiële gedragscodes gepubliceerd door verschillende verenigingen van natuurlijke wijnproducenten: Leden van deze verenigingen hebben onderling een aantal criteria afgesproken waaraan een wijn moet voldoen om deze titel te mogen dragen. De regels zijn:

  1. De druiven moeten biodynamisch of biologisch verbouwd worden.
  2. De druiven mogen niet met een machine geoogst worden. Wijnproducenten moeten de druiven dus ouderwets met de hand plukken!
  3. De zuurgraad van de wijn mag niet aangepast worden.
  4. Er mag niets worden gebruikt dat smaak toevoegt, zoals het gebruik van nieuwe vaten.
  5. De wijnmaker mag alleen gebruik maken van zogenaamde ‘wilde gisten’. Dit zijn gisten die al op de druiven zitten. Er mag dus geen gebruik gemaakt worden van gekweekte gistcellen.
  6. Bij het telen van de druiven mag er geen gebruik worden gemaakt van kunstmest, herbiciden en pesticiden.

 

HOE SMAAKT DAT?

 

De smaken tussen de verschillende soorten wijnen kunnen enorm verschillen. Het is erg belangrijk dat het hele proces van wijnmaken onder grote hygiënische omstandighede heeft plaatsgevonden. Is dit niet het geval, dan krijgen deze wijnen vaak hele aparte bijgeuren en bijsmaken. 

Omdat aan veel natuurwijnen geen sulfiet is toegevoegd, is de kwaliteit vaak niet stabiel. Dat zorgt ook vaak voor andere smaken gedurende de tijd dat de fles gebotteld is.

 

WAT MAAKT EEN VIN NATUREL ANDERS DAN BIOLOGISCHE WIJN?

 

Bij biologische wijnen wordt ook gebruik gemaakt van druiven waarbij geen chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest gebruikt worden. Het grootste verschil zit hem in de zogenaamde “interventie” tijdens de  vinificatie. Vinificatie is het proces waarbij van druiven wijn wordt gemaakt.

  • bij natuurwijn vindt er een minimale interventie plaats.
  • bij biologische wijnen zijn er, op de toevoeging van sulfiet na, geen voorwaarde aan de interventie gesteld. Zo mogen er bijvoorbeeld wel nieuwe eikenhouten vaten worden gebruikt om de wijnen te laten rijpen.

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.